We hebben schepen Rob Van de Velde in de studio om het over de heraanleg van de kaaien te hebben. Ná Oosterweel is dit het belangrijkste project voor Antwerpen. Het is nodig voor de bescherming tegen overstromingen maar zal ook bepalend zijn voor het zicht en als gezicht van de stad in de toekomst. Er is een budget van bijna een half miljard mee gemoeid.
Onvermijdelijk komen we uit bij de kaaienparkings die nu waarschijnlijk bovengronds zullen komen. Een discussie die volgens Van De Velde overtrokken is.
“Het doet mij als Antwerpenaar pijn om continu over parkings te zitten praten terwijl de essentie van het kaaienverhaal het ontsluiten van de kaaien is en het beter betrekken van de Antwerpenaar bij de kaaien.”
Naast de economische en praktische motieven is het bovengronds plaatsen van de parking volgens hem ook de juiste beslissing als in de toekomst het centrum verkeersluw zal gemaakt worden:
“Iedereen weet dat het gebruik van de auto in de steden op lange termijn afgebouwd moet worden. Je moet dus een infrastructuur bouwen die aanpasbaar is. Daarom is een bovengrondse parking beter. En Vlaanderen volgt ons daarin.”
Maar behalve over parkings hebben we het over wat er staat te gebeuren met de ‘blauwe steen’ kaaimuur, de waterkering en de zones van het Loodswezen en Droogdokken. Twee secties waar – naast de kaaienparkings- de resultaten deze legislatuur zouden moeten zichtbaar worden. De volledig kaaienheraanleg is een project van lange adem dat tegen ongeveer 2030 zou moeten afgewerkt zijn.
We eindigen ons gesprek ver van de kaaien, op de Spoor Oost site, ook een bevoegdheid van schepen Van de Velde:
“Er is een misvatting: het is niet zo dat die parkeerruimte het gebruik van het Spoor Oost terrein zal impacteren.“
(Geluidsfragmenten en links: onderaan, na de tekst )
De Scheldekaaien worden heraangelegd. Aanleiding is enerzijds de nood om de waterkering te verhogen van 1,35 tot 2,25 meter boven de ‘blauwe steen’ kaaimuur en anderzijds de kaaimuur zelf, die dringend aan herstelling toe is. Hoe die verhoging uitgevoerd wordt is niet zonder belang aangezien het toekomstig niveau van de kering boven het gezichtsveld zal komen, tenzij voor een mobiele maar duurdere versie gekozen alleen ingeval van springtij moet opgetrokken worden.
Tenslotte zal van de gelegenheid gebruik gemaakt worden om de ruimte tussen water en stad, de zogenaamde ‘publieke ruimte’, opnieuw in te kleden.
Met het gesprek is het de bedoeling om de belangrijkste aspecten van het project te belichten, waar we nu staan en waar we op het einde van de legislatuur (eind 2018) zullen zijn. Verder willen we ook een idee krijgen van de aanpassingen die het stadsbestuur wil doen aan het in 2010 goedgekeurd Masterplan voor de Kaaien.
Met een lengte van 7 kilometer en een budget van bijna een half miljard euros is dit het belangrijkste project van Antwerpen ná Oosterweel.
DEEL 1:
Radio Centraal (RC): Wat betaalt Antwerpen?
Rob Van de Velde (RVdV): Voor het verstevigen en het verhogen van het dijklichaam is Waterwegen en Zeekanaal verantwoordelijk, Vlaamse bevoegdheid dus. Voor de heraanleg van het publiek domein is de stad bevoegd. De dijkverhoging moet binnen 15 jaar gerealiseerd zijn omdat de stijging van het waterpeil ons inhaalt. We willen niet hebben dat grote delen van de stad onder water komen bij een extreme weersituatie. Waterwegen en Zeekanaal is dus al met de werken begonnen: in de zone Sint Andries/Zuid zijn de eerste diepe geulen gemaakt waar de verankering van de muur is voorzien. Dit is een zeer interessant procedé, alle Antwerpenaars zouden eens naar de kaai moeten komen kijken om te zien hoe dit in elkaar zit.
De kaaimuur ‘wandelt’en glijdt weg op verschillende manieren. Ze glijdt weg van onderuit, er vormt zich verder ook een soort rimpeling en de muur gaat bol staan op bepaalde plekken. Dit heeft allemaal te maken met druk en met loslaten van de dijkmaterie en moet dus hersteld worden. Het procedé dat toegepast wordt bij de herstelling varieert met de beweging die de muur gemaakt heeft. Over het algemeen gaan we op 30 tot 40 meter van de rand een diepe geul maken die 30-40 meter de grond in gaat en waarin beton gegoten wordt. Vanuit dat beton wordt de muur verankerd. Vijf tot tien meter achter de muur wordt een tweede geul gemaakt waarin water gezet wordt om een tegendruk te creëren zodat de muur niet gaat ‘wandelen’. Dit is een schitterend procédé waardoor de kaaimuur 100 tot 150 jaar verder dienst zal kunnen bewijzen.
RC: En ook het aspect van de muur blijft zo behouden?
RVdV: Inderdaad, die keuze is in het verleden terecht gemaakt. Het uiterlijk aspect van de kaaimuur is een belangrijk deel van het redezicht van de stad, maakt deel uit van het historisch gedeelte van de stad en het zou spijtig geweest zijn moesten dat volledig vervangen geweest zijn door beton. Het is trouwens ook het behoud van de muur dat ons genoodzaakt heeft om het procedé met de dubbele verankering toe te passen.
RC: Dat is dus het stuk dat vooral Vlaanderen voor haar rekening neemt?
RVdV: Inderdaad. Dat wordt, over de volledige 7 kilometer, volledig door Waterwegen en zeekanaal geïnstalleerd.
RC: Afhankelijk van de toegepaste techniek is de kost anders. We begrepen dat wat het centraal gedeelte betreft, er een muur zou komen die kan wegzakken.
RVdV: Het eerste aspect gaat over de muur zelf, de blauwe steen. Het tweede aspect van de werken is het ‘dijklichaam’. De blauwe steen ligt te laag, daarom is er ook een verhoging nodig van het dijklichaam, om te voorkomen dat het water niet tot bij wegen en huizen geraakt.
De bedoeling was om het dijklichaam op bepaalde stukken mobiel te maken, maar we zijn daar niet zo erg voor te vinden. Dat zijn dure procedés en niet altijd de meest bedrijfszekere. We kiezen daarom voor zoveel mogelijk vaste dijklichamen.
“We zijn niet erg te vinden voor mobiele waterkeringen; dat zijn dure procedés en niet altijd de meest bedrijfszekere. We kiezen daarom voor zoveel mogelijk vaste waterkeringen.”
RC: Dat mobiel dijklichaam was alleen voorzien in het centraal gedeelte begrepen we. Wordt daar nu vanaf gestapt?
RVdV: Neen. Waar mobiele waterkering noodzakelijk is voor de toegankelijkheid, bedrijfszekerheid enzovoort gaan we mobiele toepassen, elders vaste.
RC: Maar concreet, waar komt het mobiel gedeelte?
RVdV: Centraal, zoals u zei.
RC: Het centraal gedeelte, dat is dan het stuk voor onze deur ongeveer (Ernest Van Dijckkaai, rvdr.) tot aan de voetgangerstunnel.
RVdV: Het meest toegankelijk deel wordt het deel dat van de Grote Markt naar het Steen loopt, waar ook werken zullen starten om de aanleg van cruise- en andere schepen te verbeteren.
RC: Maar het mobiel gedeelte, komt dat dan alleen op die plaats? We dachten dat in het Masterplan stond dat gans het centraal gedeelte over een mobiel dijklichaam zou beschikken.
RVdV: Het mobiel stuk wordt zo kort mogelijk. Het centraal gedeelte is het laatste deel dat we zullen aanpakken. Het is de bedoeling om eerst met Sint-Andries/Zuid te starten. We hebben met het verplaatsen van de parkings gezien dat we een veel ruimer deel publieke ruimte kunnen aanbieden aan de zone Sint-Andries/Zuid. We hebben er ook een extra stuk groen in kunnen verwerken. Een stuk groen dat op termijn misschien ook ruimte kan herbergen voor een tram, misschien.
“We hebben met het verplaatsen van de parkings gezien dat we een veel ruimer deel publieke ruimte kunnen aanbieden aan de zone Sint-Andries/Zuid, en er komt extra groen.”
RC: We krijgen de indruk dat de mobiele waterkering korter zal zijn dan wat voorzien was in het Masterplan.
RVdV: De Zuidelijke Kaaiparking verschuift naar het noorden. We moeten dus bekijken hoe we het mobiel dijklichaam gaan inpassen. Het plan blijft hetzelfde, we verschuiven alleen een aantal stukjes.
RC: We hadden begrepen dat het centraal gedeelte een mobiel dijklichaam zou hebben , dicht bij de blauwe steen en dat aan de Sint-Andries/Zuid een vast dijklichaam zou aangelegd worden dat er een beetje als een golf/dijk/duin zou uitzien. Door het naar het noorden verschuiven van de parking veranderen die plannen nu dus. Maar in welke zin?
RVdV: Dat zijn de plannen die we nu gaan starten. Er komt een wedstrijd voor het invullen van die parking waarbij het landschappelijk gedeelte, en dus ook de manier hoe die parking in dat gedeelte ingebouwd wordt, onderdeel is van die prijsvraag. Afhankelijk van het resultaat wordt het verder beeld bepaald. De ideeën van het Masterplan blijven bestaan, maar met wat voortschrijdend inzicht krijgen we een verbetering van het plan. Zoals door het verleggen van de parking, krijgen we nu meer ruimten in het zuidelijk deel van Sint Andries waardoor we een groene corridor kunnen aanleggen .
Noot vd redactie: Wat dit nu concreet gaat betekenen is dus nog niet helemaal duidelijk maar de schepen geeft toch aan dat het stuk mobiele waterkering zal geminimaliseerd worden om kosten te besparen. In het Masterplan was wel degelijk voorzien in een mobiele waterkering over bijna het volledig centraal gebied tussen Brouwersvliet en Voetgangerstunnel, niet alleen de sectie tegenover de Suikerrui.
Link: volledige Masterplan-tekening Centraal gedeelte. HIER: centrum Noord en centrum Zuid
RC: Laten we het even over de parkingplannen hebben. Er is altijd sprake geweest van kaaienparkings. Het ging enerzijds over een Noordelijke Kaaienparking met 650 plaatsen en anderzijds een Zuidelijke Kaaienparking ter hoogte van de Gedempte Zuiderdokken voor 1000 auto’s. (LINK: Parkeerbeleid kaaien 2009 HIER) De Noordelijke Parking blijft?
RVdV: Met de aanleg van het loodswezen bieden we de mogelijkheid om één of twee parkings daar te combineren. Er zal een parking moeten komen aan het loodswezen voor het bestemmingsverkeer, maar tegelijkertijd zal de mogelijkheid geboden worden om daar een rotatieparking te voorzien voor een 600-tal plaatsen. Het is trouwens altijd de bedoeling geweest van bij het prille begin van het Masterplan om het aantal parkeerruimtes aan de kaaien kwasi gelijk te houden met wat het vandaag is. Dat is ook noodzakelijk omwille van het feit dat er veel bedrijvigheid is op de Scheldekaaien. Er zijn wel wat bedrijven op de Scheldekaaien gevestigd die die ruimte nodig hebben, het is dus altijd de bedoeling geweest dat die parkings er zouden komen.
Er lagen in het verleden verschillende scenario’s op tafel, vooraleer die stoute N-VA hier gekomen is. Oók wat vandaag op tafel ligt was toen al besproken. De reden voor de keuze van de meer zuidelijke parking was zogezegd omdat de parking een deel van het verkeer zou afzuigen. Maar dat was niet de enige reden, ook het erfgoed was een reden: men wilde een deel van de oude stadsomwalling zichtbaar. Verder was wilde men ruimte reserveren in de parking voor een een aantal stadsvoertuigen. Kortom, dit was een overladen wedstrijd om die parking daar te kunnen brengen. Financieel werd dat een heel moeilijke zaak.
Noot: N-VA zat als kartelpartner van CD&V wel degelijk mee in het stadsbestuur tussen 2006 en 2012. Weliswaar met slechts één verkozene, maar dat was wel partijvoorzitter Bart De Wever wiens politiek gewicht vanaf 2009 zeer significant werd. Verder waren Luc Bungeneers en Ludo Van Campenhout schepenen, nu van N-VA, toen met VLD pet. Van Campenhout was tot eind 2012 verantwoordelijk voor Stadsvernieuwing, de post van Rob Van de Velde waaronder het kaaienproject valt.
RC: Wacht even u gaat even te snel. De situatie rond de Noordelijke Kaaiparking was nog niet helemaal duidelijk. We willen gewoon weten wat de plannen daar concreet zijn, daarna gaan we over naar de zuidelijke parking. Het is niet duidelijk hoeveel plaatsen er nu in de noordelijke parkings zullen komen.
RVdV: Er wordt een wedstrijd uitgeschreven voor het Loodswezen. Binnen loodswezen komt er een bestemmingsparking en de mogelijkheid wordt geboden om ook een rotatieparking aan te leggen. Wij hopen dat de winnaar voor de herontwikkeling van de Loodswezen-site de twee parkings zal combineren.
RC: U zei dat het altijd de bedoeling was om het aantal parkeerplaatsen te behouden. Maar dat klopt toch niet helemaal: Nu zijn er aan de kaaien zelf bijna 4.000 parkeerplaatsen (waarvan Slechts 3 tot 7% van die plaatsen worden ingenomen door bewoners, zie pagina 3 van Collegebesluit 2009 nvdr).
Het parkeerbedrijf zei dat er minimaal 1.130 moesten behouden blijven en stelde voor om er 1.650 aan te leggen. Plus een stadsrand parking aan nieuw zuid. We begrijpen nu dat het plan voor de Noordelijke Kaaienparking blijft zoals het was, met een lichte uitbreiding voor het Loodswezen. En dan zijn we opnieuw bij de Zuidelijke Kaaienparking aanbeland waarover u het had. Die wordt 600 meter naar het noorden (centrum) verschoven. Destijds heeft men inderdaad de fout gemaakt om de parkeersituatie van de gedempte Zuiderdokken niet mee te nemen. Wat was het probleem met die parking?
RVdV: Er speelden 2 elementen. Ten eerste was het programma overladen. Men moest al die elementen niet meenemen. Als een prijsofferte gevraagd wordt en het gaat alleen over de aanleg van een parking dan is dat een eenvoudiger zaak dan als men gaat vragen om ook nog ruimtes te voorzien voor stedelijke voertuigen en om ruimtes te voorzien voor het ontsluiten van de omwalling.
“Als een prijsofferte gevraagd wordt en het gaat alleen over de aanleg van een parking dan is dat een eenvoudiger zaak dan als men gaat vragen om ook nog ruimtes te voorzien voor stedelijke voertuigen en voor het ontsluiten van de omwalling.”
Op den duur krijg je dus een overladen programma. De rendabiliteit van het ganse verhaal is belangrijk en die stond onder druk door de andere gratis parkings die er in de stad waren, waardoor het niet mogelijk was het project uit te voeren. Daardoor hebben de private partijen toen afgehaakt, omdat ze het nooit rendabel zouden krijgen. Dat was logisch en die fout hebben we hersteld door ervoor te zorgen dat er een volledige cirkel rond de stad ligt met een parkeervisie waardoor het duidelijk is voor wie inschrijft wat er waar zal komen in de toekomst. Zo heb je een houvast.
RC: Kwam het er concreet niet op neer dat men geen offertes kreeg voor de Zuidelijke Kaaienparking omdat er nog 1.600 gratis plaatsen bleven aan de Gedempte Zuiderdokken?
RVdV: Het was een combinatie van programma, ligging en gratis parkeren elders. Op dit moment is de situatie duidelijker gemaakt.
RC: Is de situatie niet vooral duidelijk doordat de gratis parking aan de Gedempte Zuiderdokken zal verdwijnen? Het plan is nu om daar twee ondergrondse betaalparkings van te maken. Misschien was het niet nodig om de parking aan de kaaien naar het centrum te verplaatsen. Gewoon het feit dat de 1.600 gratis plaatsen aan de Gedempte Zuiderdokken verdwijnen was misschien voldoende.
RVdV: Je kan daarover lang discussiëren maar er is een beslissing genomen om het centraal gedeelte van de stad ook haar deel aan parkeerruimtes te geven. Je kan de discussies niet apart blijven voeren. Het centraal gedeelte van de stad, de Grote Markt en de omliggende omgeving, bloedde leeg. Je kon op bepaalde tijdstippen op de markt lopen zonder mensen te zien. Ondertussen is dat aan het beteren. We zetten in op activiteiten en passen ook het parkeerbeleid aan maken de kern van de stad terug aantrekkelijk en levendig.
“Het centraal gedeelte van de stad, de Grote Markt en de omliggende omgeving, bloedde leeg. Je kon op bepaalde tijdstippen op de markt lopen zonder mensen te zien. Dit is nu aan het beteren doordat we inzetten in op aktiviteiten en het parkeerbeleid aanpassen.”
RC: Zegt u nu dat dit kwam door een gebrek aan parkings? Uit de studie van Tritel van 2008 bleek dat de kaaienparkings niet eens volzet zijn. (LINK: Verkeersonderzoek door TRITEL 2008, GAPA Rapport, 2008)
RVdV: Het is een combinatie van factoren maar je kan de discussie niet los zien van elkaar. Als je de centrale as van de stad wil verlevendigen, dan moet je ook zorgen dat je er een goede combinatie maakt. Verder is het zo dat de ligging van de parking telt, maar ook de kostprijs van het ontwikkelen van de parking van belang is. Een ondergrondse parking, met daarin een historische wal ingebouwd, dan spreek je over een andere kost dan als je dat doet op een andere locatie.
RC: Wat bedoelt u precies met die historische wal? Dat op de nieuwe lokatie een deel van de stadsmuur zichtbaar zal worden?
RVdV: Neen, dat was juist het vorig plan. Toen was het de bedoeling om dat ook nog mee te nemen in het plan voor de aanleg van de parking. Maar dat leidt tot een extra kost en maak je het moeilijker om het project rendabel te krijgen.
DEEL 2:
RC: U zei off-air dat we teveel belang schenken aan de kaaiparkings. Waarom?
RVdV: De discussie rond de parkings begint mij de keel uit te hangen. Want wat is op lange termijn belangrijk voor de Antwerpenaar: ten eerste dat de Scheldekaai haar functie vervult en dat we zorgen voor de veiligheid. Maar verder ook dat de connectie tussen stad en water verbetert. We hebben in Antwerpen een heel slechte traditie op dat punt. De fysieke barrière, het hekken, staat er nog. Een prachtig hekken trouwens dat we zoveel mogelijk zullen conserveren en herintegreren. De barrière die gecreëerd is toen de havenbedrijvigheid zich daar nog afspeelde is er altijd gebleven, op het stukje brug naar het Zuiderterras na. De Scheldekaai was altijd utilitair geweest, het was een gebruiksding. Als het niet was voor de opslag van goederen, dan was het voor een activiteit of voor parkeerruimte.
We maken nu de vertaalslag van utilitair naar recreatief maar die vertaalslag wordt altijd doorboord door de discussie rond de parkings. Die parkings zijn zeer cruciaal omdat we de bevoorrading van het stadscentrum en van dit deel van de stad willen verzekeren, ook door auto’s, ook door openbaar vervoer. Weinig Antwerpenaars weten verder dat de Scheldekaaien voor uitzonderlijk vervoer één van de enige mogelijkheden zijn. We hebben de Scheldekaaien nodig voor uitzonderlijk vervoer. Waarom wordt er lang getwijfeld over een tram en hoe we die moeten aanleggen? Omwille van de techniciteit van het verhaal, omdat we het uitzonderlijk vervoer zouden kunnen dwarsbomen. Dat betekent ook dat er aan de noordzijde, aan de kant van de Droogdokken, nog altijd een weg nodig is om dat uitzonderlijk vervoer door te laten.
RC: Wat is uitzonderlijk vervoer?
RVdV: Hele grote stukken, bijvoorbeeld grote pijpleidingen.
RC: Maar kan dat niet op de ring? Want het gaat toch over een een heel beperkt aantal transporten, een paar honderd per jaar.
RVdV: Het gaat inderdaad over een beperkt aantal transporten. Wat voor mij als schepen van stadsontwikkeling van belang is dat we de relatie tussen de stad en haar kaaien gaan verbeteren en dat we het utilitaire omzetten naar het recreatieve en naar aangenaam gebruik.
Het Droogdokkenpark zal in de stijgers staan in 2016, aan de Rijnkaai Zuid wordt de tram aangelegd vanaf volgend jaar. Die zal doorlopen van het Tolhuis naar het Eilandje. Dan komen gaan we zuidelijker naar Waagnatie en Hangar 27 met die maanvlakte met veel putten. Die wordt zo snel mogelijk herontwikkeld tot een aangename verblijfs- en gebruikszone. Daar profiteert ook het eilandje van mee want dat is eigenlijk de kop van het eilandje. We zijn aan het nadenken met AG Vespa hoe we daar een nieuwe invulling aan zullen geven. Loodswezen staat in de steigers. Vlaanderen heeft een bestek uitgeschreven (voor het kaaimuurgedeelte, nvdr), er zijn 5 kandidaten gekozen voor de herontwikkeling van het loodswezen. Het centraal gedeelte is het laatste gedeelte dat we in het Sigma-plan zullen aanpakken (voor de verhoging van de waterkering, nvdr) maar we zullen wel al samenwerken met schepen Koen kennis om ervoor te zorgen dat de cruiseschepen kunnen aanleggen. In Sint Andries-Zuid is de versteviging van de kaaimuur al aan de gang, en Nieuw Zuid en Mexiconatie komen later aan bod.
Om maar aan te geven dat de zone vanaf Droogdokken tot het centraal gedeelte en Sint Andries al tijdens deze legislatuur een zware transformatie zal ondergaan hebben. Vooral de kaaimuren, maar ook een deel van het publiek domein. En dan doet het mij als Antwerpenaar en schepen van stadsontwikkeling pijn om continu over parkings te zitten praten terwijl de essentie van het kaaienverhaal het ontsluiten van de kaaien is en het beter betrekken van de Antwerpenaar bij de kaaien.
“Het doet mij als Antwerpenaar pijn om continu over parkings te zitten praten terwijl de essentie van het kaaienverhaal het ontsluiten van de kaaien is en het beter betrekken van de Antwerpenaar bij de kaaien.”
Noot: De zaken die Rob Van de Velde opsomde zijn inderdaad cruciaal binnen het kaaienproject maar zijn vooral Vlaamse bevoegdheid of werden al beslist vóór 2013
RC: Maar we willen een gevoel krijgen van wat nu veranderd wordt door het huidig bestuur. U zegt dat de parkings bijzaak zijn, maar als er in plaats van een ondergrondse parking een bovengrondse parking komt , waardoor bovendien ook nog eens het dijklichaam verandert, dan heeft dit toch wél een impact.
RVdV: Ja, maar het is zo dat het bovengronds gedeelte (van de parking, nvdr) al voorzien was, er was bovengronds een inrit voorzien.
RC: Maar er is toch wel een verschil, of er nu een bovengrondse parking van honderden meters komt komt of niet. In het oud plan stond duidelijk dat de parking onder de grond zou komen. Staat die optie nog altijd open?
RVdV: Absoluut. We hebben participatiesessies gehad met het publiek. Daaruit zijn een aantal zaken naar voor gekomen. Die zullen meegegeven worden en in het bestek vermeld worden. Maar het is zo dat het bestek de mogelijkheid zal bieden om de parking zowel ondergronds als bovengronds aan te leggen. U moet weten dat Vlaanderen via het Stedenfonds ook participeert in de heraanleg van de publieke ruimte. Na de wijziging (het verschuiven van de zuidelijke parking naar het centrum, nvdr) hebben we een gesprek gehad met de Kwaliteitskamer. De Kwaliteitskamer is het instrument dat de subsidieregelingen opvolgt. Wat we doen in Antwerpen wordt met argusogen opgevolgd. Niet omdat men denkt dat wat we doen niet goed is, maar vooral omdat men denkt dat we een vertaalslag aan het maken zijn naar de toekomst: Langs de ene zijde weet iedereen dat het gebruik van de auto in de steden op lange termijn afgebouwd moet worden. Wij hebben van bij het begin gezegd dat we met een verleidingsstrategie meer andere mogelijkheden willen aanbieden aan de Antwerpenaar en iedereen die de stad wil bezoeken om in de stad te komen: tram, bus, fiets, trein… maar die verleidingsstrategie moet eerst kunnen uitgevoerd worden. Als je vandaag in infrastructuur investeert dan moet je niet denken op 5 jaar, maar op 40 jaar. Als je aan het zeggen bent aan het publiek en aan bedrijven dat op termijn het aantal auto’s zal verminderen dan moet je ook een infrastructuur bouwen die flexibel genoeg is om op termijn aanpasbaar te zijn. Als je vandaag zegt steek 1000 plaatsen onder de grond, en je weet dat dat op termijn moet verminderen, dan steek je teveel onder de grond. Dat gaat niemand doen. Wat je beter doet is een deel bovengronds aanlegt zodat je dat op termijn zeer snel kan omzetten naar andere gebruiksmogelijkheden. De Kwaliteitskamer vindt dat een goede redenering want je weet dat op termijn het aantaal plaatsen zeer waarschijnlijk minder zal worden. Maar dan spreken we over 30 tot 40 jaar. De infrastructuur die je bouwt moet flexibel genoeg zijn om die vertaalslag te maken.
“Iedereen weet dat het gebruik van de auto in de steden op lange termijn afgebouwd moet worden. Je moet dus een infrastructuur bouwen die aanpasbaar is. Daarom is een bovengrondse parking beter, en Vlaanderen volgt ons daarin.”
RC: U bedoelt dat u voor zo’n ondergrondse parking, moest die afgeschaft worden, geen andere bestemming zou zien?
RVdV: Ik zie niet in wat de mogelijkheden zijn. Je zou een fuifzaal kunnen voorzien, absoluut, maar even ernstig: je moet op lange termijn een goede herbestemmingsmogelijkheid voorzien. Een inpandig, bovengronds gebouw kan je direct omzetten, je kan het zelfs afbreken. Op lange termijn is dat verstandiger om dat te doen. Vlaanderen volgt dat nu ook, zegt dat dit een goede benadering is en dat men in andere steden diezelfde piste ook wel zou kunnen gaan bewandelen. Maar…, en dat is een groot voorbehoud dat we zelf ook zeer sterk ter harte nemen, je moet zorgen dat die nieuwe constructie landschappelijk past, dat het geen gedrocht is die de ontwikkeling van de nieuwe Scheldekaaien direct gaat verstoren. Dat willen we ook niet. Dat is niet de bedoeling van schepen Kennis op gebied van mobiliteit en absoluut niet mijn bedoeling op gebied van stadsontwikkeling. Dus in het bestek zal een belangrijk gedeelte worden besteed aan hoe het gebouw er zal uit zien. ‘Maak nu eens een ontwerp dat aantrekkelijk is voor de gebruiker als voor de mensen die aan de buitenzijde staan’.
RC: De parking aan de gedempte Zuiderdokken gaat ondergronds. Daar komen ook bestekken voor. Is er geen risico dat alles in handen komt van één parkeerbedrijf en dat er soort monopolie binnen Antwerpen ontstaat? Verliezen we in dat geval geen controle over ons parkeerbeleid en de prijzen?
RVdV: We hebben de wet op de overheidsopdrachten. We zijn verplicht om dit op de markt te brengen en de beste bieder zal het hebben. Het risico van monopolie was er vroeger ook, dat verandert niet. De markt is normaal gezien verstandig genoeg. Niet iedereen zal alle plaatsen wensen en zal ook niet de middelen hebben om alle plaatsen in te vullen. Ik denk dat dit risico uiterst klein is.
RC: Wanneer worden die bestekken uitgeschreven?
RVdV: Het bestek voor de Scheldekaaien zal tegen februari worden uitgeschreven. Voor de Zuiderdokken zal dat nog een tijd duren. Het is ook zo dat we in het eerste trimester van volgend jaar van start willen gaan met de buurt rond de zuiderdokken, om eens te kijken hoe we de herbestemming van die Zuiderdokken gaan aanpakken. Dat had ik beloofd toen we de discussie rond de Sinksenfoor hadden.
“In het eerste trimester van volgend jaar willen we van start gaan met de buurt rond de Zuiderdokken en kijken hoe we de herbestemming van die Zuiderdokken best aanpakken.”
RC: Wanneer begint de aanleg dan van de Kaaienparkings?
RVdV: Zo’n bestek betekent meer dan het snel indienen van een prijs. Dat neemt echt wel wat tijd in beslag want er wordt ook zwaar ingezet op het ruimtelijk aspect en op de intekening van het bovengronds gedeelte binnen die Scheldekaaien. Tussen het uitschrijven van het bestek en de eerste spade in de grond ben je toch zeker anderhalf jaar bezig.
RC: Wat de publieke ruimte betreft, worden deze legislatuur nog zaken zichtbaar?
RVdV: Absoluut: wat betreft het Droogdokkeneiland hebben we vanuit het college de opdracht gegeven om de eerste fase in gang te zetten zodat we met de grondwerken kunnen starten. De Droogdokken is voor een stuk al slikken en schorrengebied, dat zal in de toekomst beter worden afgewerkt en ingebouwd in het park. De bedoeling is om tegen 2016 met het slikken en schorrren gedeelte te beginnen.
RC: Zal tegen het einde van de legislatuur het park dan af zijn?
RVdV: Het grondgedeelte zal aangepast zijn. Maar binnen het deelgebied van de Droogdokken ligt nog bedrijvigheid. Het is zo dat binnen de haven voor enkele bedrijven nog naar een optie gezocht wordt om magazijnen en werkplaatsen te verhuizen. Dat weerhoudt ons op dit moment ervan om de weg te verleggen. Die switch van bedrijvigheid zal gebeuren eind 2016/begin 2017. De bedoeling is om ten laatste einde 2017 die weg te kunnen verleggen.
Rijnkaai Noord is zo goed als af, Rijnkaai Zuid zal af zijn. Loodswezen zal zo goed als af zijn.
RC: En wat betekent dat dan concreet?
RVdV: Het Loodswezen is een heel specifieke plek. Het is, naast het Steen, één van de beeldbepalende gebouwen op de Scheldekaaien. Er zit nog bedrijvigheid in de gebouwen. Het is de bedoeling dat de loodsen naar het IMALSO gebouw op linkerover vertrekken. Alles zal afgebroken worden behalve de beschermde delen. Dus het mooi gebouw en een kleine werkplaats, een schitterend gebouwtje dat vandaag trouwens onvoldoende zichtbaar is. Iedereen die er voorbij rijdt heeft de indruk dat het een verlaten leegte is maar dat is absoluut niet zo. Er zal tussen de 7.500 en 12.500 vierkante meter kunnen bijgebouwd worden en dat zullen voornamelijk publieke bestemmingen zijn. Er wordt heel veel gefluisterd door verschillende partijen.
RC: Vorige week zei Joris Giebens (Groen) ons dat er grootschalige kleinhandel zou komen.
RVdV: Dan heeft hij iets anders gehoord dan ik. Ik heb iets gehoord over een hotel, er is iemand die ooit casino heeft geroepen… er wordt vanalles geroepen. Alle opties zijn open. Er zijn vandaag vijf partijen die geselecteerd zijn door Vlaanderen, die zullen allemaal hun huiswerk maken om met een voorstel te komen en we zijn zeer benieuwd. Er kan zoals gezegd een stuk bijgebouwd worden en de heraanleg van het publiek domein zit ook in de offerte ingebakken. Belangrijk is ook dat we een oversteek voorzien naar Sint Anneke.
Noot: Aangezien alle opties open zijn zou zou het dus kunnen dat er 12.500m2 aan detailhandel gevestigd wordt op de Loodswezensite. Volgens de nieuwe bouwcode die het stadsbestuur in 2014 opstelde zouden er in dat geval 587 extra parkeerplaatsen moeten aangelegd worden (12.500*4,7/100, zie Artikel 30 van de Code), bovenop de eerder voorziene 650plaatsen in de Noordelijke Kaaienparking.
SPOOR OOST
RC: Nog een vraag over Spoor Oost. Twee weken geleden hadden we de buurtbewoners aan de lijn. De buurtbewonersgroep heeft een plan voorgesteld om de nood aan parkeerruimte op het Spoor Oost terrein te verminderen. De optie om de grote parkings aan bijvoorbeeld Macro te gebruiken om zo Spoor ooste te ontlasten zou niet meegenomen zijn in de Spoor Oost studie. Gaat u dat verder meenemen of niet?
RVdV: Het is absoluut zo dat al die verschillende oplossingen meegenomen zijn.
RC: Ik had begrepen dat dit niét zo was. We hebben de studie niet volledig doorgenomen, maar de optie om andere parkeerruimtes in de buurt zou niet onderzocht zijn.
RVdV: In de milieuvergunning van het Sportpaleis en de Lotto Arena zit een deel modale shift in. Het is de bedoeling dat van langs om meer gebruikers van het Sportpaleis naar het openbaar vervoer worden afgeleid. Dat gebeurt zeer gestaag. We zien nu dat de oostzijde, dat is het verkeer dat van de E313 komt, vanuit Hasselt/Turnhout, dat dat gedeelte van het verkeer nog in hoge mate met de auto naar het sportpaleis rijdt. Aan het rond punt in Wommelgem zijn werken aan de gang voor de verdere uitbouw van een soort Park and Ride -die er trouwens al voor een deel is. Met de uitbouw van de LIVAN tramlijn die daar zal komen zal ook een deel van het autoverkeer kunnen worden afgeroomd.
De boodschap die we dus continu aan de bewoners van Spoor Oost zullen geven is dat we telkens opnieuw zullen evalueren en indien er zich een overaanbod zou voordoen op het terrein van Spoor Oost dan zullen we dat stelselmatig afbouwen. Er is geen enkele reden om daar terrein te hebben liggen die niet gebruikt wordt.
RC: Er is een onderzoek gebeurt waaruit blijkt dat die ruimte nodig is voor maximum 2.300 parkeerplaatsen, dus die ruimte kan niet gebruikt worden voor bomen, gras enzovoort…
RVdV: Juist. Er is niemand die Lotto Arena en Sportpaleis toewenst dat ze chaos gaan creëren. Als je niet voldoende parkeerruimte voorziet dan zit je in Deurne een probleem te creëren. De visie van het stadsbestuur moet breder zijn dan het gebied van Spoor Oost maar we pleiten er vooral voor om gezamenlijk met het Sportpaleis en de Lotto Arena, en ook Trix een goed plan te maken voor het gebruik van de parkeerruimtes. Want er is een misvatting: het is niet zo dat die parkeerruimte het gebruik van het Spoor Oost terrein zal impacteren.
“Er is een misvatting: het is niet zo dat die parkeerruimte het gebruik van het Spoor Oost terrein zal impacteren.”
De vergroening en de verzachting van de ruimte kan je vandaag maar voor een deel invullen omdat er een verharde zone nodig is. Maar die verharde zone kan ook gebruikt worden op de momenten dat er geen parkeerruimte nodig is. Laten we niet vergeten dat veel van de activiteiten van het Sportpaleis in het weekend en ’s avonds plaatsgrijpen. Op die momenten wordt de ruimte ingevuld met auto’s overdag kan daar perfect gespeeld, gevoetbald, gefietst, geskate enzoverder worden.
RC: Maar je kunt er geen echte parkinfrastructuur op aanleggen. Geen bankjes, geen bomen, geen basketnetten, geen skate-infrastructuur…
RVdV: Met de nodige creativiteit kan dat perfect en ik heb daarvan een aantal voorbeelden in het buitenland gezien. Al diegenen die vandaag op de barricaden staan en zeggen ‘dat gaat niet, dat moet zus of dat moet zo, dat waren dezelfden die destijds over Park Spoor Noord aan het klagen waren dat er gebouwen gingen komen. Ondertussen ligt daar ook één van de mooiste parken die we in de stad rijk zijn’
RC: Met een paar van de hoogste gebouwen die de stad rijk is, die spuuglelijk zijn en de charme van Spoor Noord toch wel bederven.
RVdV: Dat is persoonlijke appreciatie. Ik vind dat persoonlijk in een stedelijke omgeving wél treffend en mooi, maar los daarvan hebben die gebouwen ons in staat gesteld om ongeveer 20 hectares groene ruimte aan te leggen. Het is door die gebouwen dat die aanleg kan gebeuren. Want laat het duidelijk zijn: Spoor Oost is een terrein van 11 hectaren. Alleen al het aanleggen van wat gras en struiken kost ongeveer 100€ per vierkante meter. Dat komt dus neer op een kost van 10 tot 12 miljoen €, alleen daarvoor.
“Alleen al het aanleggen van wat gras en struiken kost ongeveer 100€ per vierkante meter. Dat komt dus al neer op een kost van 10 tot 12 miljoen € voor Spoor Oost.”
RC: En moet het terrein ook niet gesaneerd worden?
RVdV: Dat zal wel meevallen want er is nooit in de diepte gewerkt. Het is altijd opslagruimte geweest. Er zouden misschien wat metalen kunnen zitten, maar voor zover mij bekend is dat geen issue.
RC: We zouden nog wel even willen doorgaan maar ik zal u gerust laten want we zijn over onze tijd aan het gaan. Dank schepen Rob Van de Velde voor uw komst. De volgende keer zullen we proberen uw collega Koen Kennis naar de studio te halen om het uitgebreider over mobiliteit te hebben en dan kunnen we volledig onze gang gaan over parkings.
RVdV: En als je dán over parkings spreekt is dat logisch. Voor mij is het vooral belangrijk dat de stad mooier wordt.
LINKS
– Presentatie over Sigmaplan, november 2014
– Parkeerbeleid kaaien: Collegebesluit 2009
– Herzien Parkeerbeleid kaaien: Collegebesluit 2014
– Verkeersonderzoek Kaaien door TRITEL, 2008
– Rapport Gemeentelijk Autonoom Parkeerbedrijf Antwerpen (GAPA), 2008
– Bouwcode Antwerpen, 2014 (autoparkeerplaatsen: Atikel 30, p50/51)
– Beschrijving Loodswezensite
– Masterplan, 2009 , 45 MegaByte!!!
– Park Spoor Oost bijdrage 13 december
Podcast: Play in new window | Download
One thought on “Rob Van de Velde: “Ik ben de discussie over de kaaienparkings beu””