Uw redactrice vroeg zich af wat het waarheidsgehalte nu eigenlijk is van de regelmatig terugkerende berichten over 1) een oceaan barstensvol plastic en 2) Fukushima-gerelateerde ontoelaatbaar hoge kernstraling aan de westkust van de VSA (vissen dood, vissen niet meer geschikt voor consumptie, vreemde mutaties …). Fluks de wetenschap opgezocht, en gevonden, bij monde van Corina Brussaard, werkzaam als microbioloog bij het Koninklijk Nederlands Instituut voor het Onderzoek der Zee en hoogleraar aan de universiteit Amsterdam. We hoorden van haar dat er gelukkig niet overal flessen e.d. dobberen. Er zijn op een paar punten, waar de stroming iets circulairs uitvoert, wel grote knoedels met plastic zakken e.d. onstaan. Als microbioloog werkt zij niet op het probleem van de vis/albatros/zeeschildpad die plastic dopjes inslikt, maar onderzoekt ze het effect van de aanwezigheid van microscopische stukjes plastic, o.a. aanwezig in heel wat verzorgingsproducten en nu dus ook wel in heel de oceaan, op de minuscule levensvormpjes in de oceaan. Die maken – jawel, in massa! – 98% uit van al het leven in de zee, en, belangrijker, vormen de basis van de oceanologische voedselpiramide. Daarnaast bevestigt ze dat de oceaan door de hogere CO2-uitstoot langzaam verzuurt, en dat dit invloed (soms goed, soms slecht) heeft op bepaalde levensvormen. Punt 2) zouden we eerder aan een stralingsdeskundige moeten voorleggen, maar voor zover zij weet gaat het hier om ongefundeerde paniekberichten. PS: Op de foto staat geen ronddobberend plastic ding, maar een van nature op onze heerlijk gevarieerde planeet voorkomend zeebeest.