Met behulp van nieuwe technologieën begonnen de Amerikanen aan het einde van de jaren ’90 gasreserves uit rotslagen to ontginnen, iets dat tot dan toe niet kon. Dit zogenaamd “shale gas” vertegenwoordigt nu al 15% van het Amerikaans gasverbruik (zie EIA rapport) en de toch enigzins onverwachte nieuwe energiebron heeft de volledige Noord-Amerikaanse energiemarkt veranderd.
Ondertussen wordt de Shale Gas-ontginning echter ook van langs om meer omstreden: de productie vraagt niet alleen een injectie van grote hoeveelheden water in de rotslagen om die te breken; in een aantal gevallen was er ook contaminatie van de omgevende drinkwaterlagen. Dit resulteerde in brandend kraantjeswater maar ook in potentiële vervuiling met de chemicalieën die met het water ondergronds geÏnjecteerd worden.
In Europa is de respons verschillend maar de druk van potentiële miljarden gas-euro’s is hoog: De Polen kiezen volop voor Shale-Gas. Een commissie van het Brits parlement concludeert dat de vermelde problemen eigenlijk allemaal paniekzaaierij zijn en vindt de exploratie van Brits rotsgas ook wel een goed idee. De Fransen hebben de ontginning van het “gas de schiste” voorlopig verboden, maar gaan alsnog door met onderzoek naar shale gas. En België lijkt de rotsgassen wel te zien zitten, zie (HIER en HIER).