Als er weergoden zouden bestaan is het zeker dat ze de organisatoren van het Sfinksfestival bijzonder goed gezind waren. Een opvallend zonnig weekend in een donkere julimaand met als afsluiter een impressionant onweer na het laatste concert van Sfinks 2008. Een zonnige 33e editie van het festival die een kleine facelift heeft gekregen: niet enkel begon het festival dit jaar een dag later dan de vorige jaren en is de terreinopstelling aangepast, er zijn ook wat inhoudelijke veranderingen. Deze editie afficheert zichzelf als “Mixed” Sfinks. De organisatoren kozen er voor de muziek te laten samengaan met straattheater, circus en acrobatie wat van het bezoek aan Sfinks een meeslepend geheel vormt voor zij die in een minimum van tijd en tegen een democratische prijs een stuk van de wereld willen opsnuiven.
Onze vrienden van Indymedia brengen dit jaar voor de tweede keer verslag uit op het festival met een heus mediakamp. Een tiental vrijwilligers brengen met foto, video en tekst verslag uit over het festival. Hun verslagen vind je op de speciale Sfinkspagina van Indymedia. Radio Centraal sprak met de muzikanten van de malinese Babani Koné, de congolese superster Werrason en de directeur van het Circus Baobab uit Guinée.
Babani Koné brengt sociale thema’s naar voren brengen in haar albums. Zo wijdde ze een album aan de AIDS-problematiek in haar land en is ze meter van een scholingsproject voor kinderen in moeilijkheden. Als cultuurambassadeurs verdedigen ze ten stelligste hun eigen cultuur: “l’Europe est en train de se fédérer, dans un flocon ou on dit halte à tout ce qui peut venir du Sud. Nous voulons choisir ce qui doit venir chez nous, comme c’est le cas de la france. (…) Si l’éducation doit introduire d’abord la base fondamentale de la société qui nous a régi, oui, d’accord, l’éducation pour tous. Mais si ça doit être une forme de pensée universelle et unique, unilatérale, non ! Cette éducation la, elle ne peut pas être porteur d’energie pour toutes les couches de la société chez nous. Parce que la grande école des griots est une école aussi noble que n’importe quel conservatoire.”
Werason is een Congolese superster die een concert organiseerde voor 750.000 mensen in de Democratisch Republiek Congo. Omdat daarvoor geen zalen beschikbaar waren, deed men het concert maar op een luchthaven. Op Sfinks werd het dus een gezamelijk interview met de collega’s van de andere media. Ook Werason brengt wel sociale thema’s naar voren in zijn muziek maar is, zoals het hoort in Congo, weerhoudend zich over de politieke situatie uit te spreken. J.B. Mpiana is een van de andere Congolese supersterren. De fans van Werason en J.B. Mpiana gedragen zich soms als de fans van twee rivaliserende voetbalclubs die met mekaar op de vuist gaan. De Afrikaanse muziekspecialist van Radio Centraal vroeg zich dan ook af of een verbroederend concert mogelijk is.
Circus Baobab maakte met acrobatische toeren op de ritmes uit het West-Afrikaanse Guinée Conakry duidelijk indruk op de omstaanders. Terwijl ze plaats moesten ruimen voor het concert van Khaled in de naburige concerttent was het het publiek dat stampend op het kleine podium in de wei de ritmes voortzette en de omstaanders die verderzongen. Altijd leuk als het publiek dan toch wint, de muzikanten terug in gang schieten en Khaled nog de tijd heeft om een tasje thee te drinken. Met Mory Diallo, directeur van het sympathieke gezelschap hebben we het over hun nieuwe spectakel waarvan we blijkbaar maar een fragment te zien kregen. Maar we spreken ook over de politieke situatie in Guinée die al enige tijd instabiel is. Onlangs stonden politie en militairen nog tegenover elkaar: na een succesvolle staking van de militairen vond de politie dat ze ook wel wat eisen in te willigen hadden. Stakingen zijn het vreedzame wapen van de Guinese bevolking. “Si les Guinéens essayent d’obtenir un changement, c’est pas simplement de changer le gouvernement, c’est de changer le système. (…) Quand on voit les salaires qu’un Guinéen peut obtenir à la fin du mois, quel que soit sa classe sociale, si tu n’as pas des magouilles derrière, le salaire ne suffit pas. Quand on est payé à 200.000 Francs, on achète un sac de riz à 225.000 francs et on sait qu’une famille consomme deux ou trois sacs par mois, le calcul est vite fait.” Bekijk ook onze eerdere berichtgeving over de situatie in Guinée.