Bruno De Cordier van de vakgroep Conflict- en Ontwikkelingsstudies van de Universiteit Gent, die jarenlang in de voormalige Sovjetunie woonde, schreef op 30 januari al een kritische beschouwing over de toestand in Oekraïne die heel wat nuchterder klonk dan de bevlogen kreten over Democratie! en Vrijheid! waar wij hier altijd een beetje kriegel van worden. Wat wij telefonisch van hem leerden, kort samengevat:
‘De bevolking van Oekraïne’ is over het algemeen niet expliciet rechts/links, pro-Europa/pro-Rusland. Ze zijn gewoon de hallucinante corruptie spuugzat, en de economische monopoliepositie van een paar rijke families, die alle verdere ondernemersinitiatief in de kiem smoren. Verder zijn in het land buitenlandse donororganisaties actief die ‘overal ter wereld’ (nvdr: maar liefst niet in eigen land) ‘de democratie (lees: het zgz neo-liberaal economisch model) willen bevorderen’ (nvdr: bv deze organisatie). Een flink stuk van het maatschappelijk middenveld (ngo’s, media …) draait zo op het donorgeld, en bijgevolg volgens de prioriteiten van, deze organisaties. Het gaat de donorlanden daarbij niet om mensenrechten, ook niet om olie(pijpleidingen), maar om het indijken van al wat tegen het huidige uni-polaire wereldbeeld ingaat.
Het westen van Oekraïne is historisch sowieso meer op Europa gericht, maar de Krim en een paar oostelijke provincies helemaal niet. In veel gebieden is Russisch de voertaal. Het intussen haastig weer ingetrokken voorstel van de interim-regering om de erkenning van het Russisch als minderheidstaal te schrappen, was dus vrij absurd, en was één van de elementen die op de Krim, waar de onafhankelijkheidsdrang al dateert van vóór de oprichting van Oekraïne als staat, een contra-beweging op gang brachten. Een interventie ziet De Cordier niet meteen aankomen, ondanks een aantal contacten met de NAVO. Hij verwijst naar de situatie in Georgië in 2008: toen hoorde men ook her & der ‘WO III’ klinken. Het leek zaterdag trouwens niet om een inval te gaan, maar om het versterken van de Russische effectieven in Sebastopol, dat sinds 1783 een apart statuut heeft als thuisbasis van de Russische zeevloot.