Orkaan Matthew trok door de Caraïben en trof vooral het zuidwesten van Haïti.
“Laten we hopen dat hulporganisaties lessen getrokken hebben na de aardbeving van 2010 en deze keer de Haïtianen zullen betrekken bij de heropbouw.”
Joris Willems doet verslag vanuit Port-Au-Prince:
“Transport is een groot probleem. Zo loopt er geen asfaltweg tot aan de zwaarst getroffen stad, Jérémie. Voor zover ik het zie, heeft de Haïtiaanse overheid haar werk gedaan in de zin dat ze de kustgemeenschappen heeft proberen verwittigen. Maar de sensibilisering bereikte waarschijnlijk niet iedereen, en bovendien waren er mensen die niet wilden vertrekken. Omdat ze bang waren dat er zou ingebroken worden tijdens hun afwezigheid, maar soms ook omdat ze rekenen op de goddelijke voorzienigheid.”
Ondertussen zijn er oproepen tot steun gelanceerd door hulporganisaties.
“Ik vrees ervoor dat de hulporganisaties mekaar weer voor de voeten gaan lopen en vergeten om met de Haïtianen samen te werken. Dat gebeurde na de aardbeving van 2010 en je kan alleen maar hopen dat er toen lessen uit getrokken zijn. De coördinatie moet goed georganiseerd worden. Dat gebeurt best door de overheid, ook al is die zwak en is er politieke instabiliteit.”
“Na de aardbeving zijn er ‘clusters’ opgezet die specifieke problemen moesten aanpakken. Zo was er een cluster die zich bezighield met water en sanitatie, een cluster rond voedselveiligheid enz enz … De Haïtianen hadden niet altijd toegang tot die clusters. Omdat ze geen badge hadden, omdat de vergaderingen in het Engels doorgingen … Die toestanden zijn toch voldoende gekend, zodat ze zich deze keer niet opnieuw zouden mogen voordoen.”
“Deze crisis komt op een heel slecht moment, na de misgelopen verkiezingen van vorig jaar. Maar dit is niet het moment om al teveel te drukken op die politieke situatie te drukken. Nu moet er hulp verleend worden.”
