Het uitlekken van de passage van het schepencollege op het verjaardagsfeest van projectontwikkelaar Erik Van der Paal bleef niet helemaal zonder gevolg. Groen meldde de zaak aan het Bureau voor Integriteit dat terugkwam met een advies over hoe mandatarissen moeten handelen bij contacten met de vastgoedsector en andere private belangen. Een jaar later trekt het Bureau dat advies gedeeltelijk in.
Het Bureau suggereerde begin 2018 om de gedragscode voor ambtenaren te herzien en schijn van partijdigheid beter te definieren. Het college is op die vraag uiteindelijk ingegaan. “Het is goed dat het begrip ‘partijdigheid’ nu beter gekaderd wordt en dat duidelijk gesteld wordt dat een mandataris zich voorzichtig en zorgvuldig moet gedragen in zijn contacten.” aldus Joris Giebens van Groen.
Het bureau voor Integriteit adviseerde ook om ‘een instrument te ontwikkelen waarmee de transparantie van contacten met private bedrijven kan verhoogd worden ‘. Daarbij werd verwezen naar het Europees lobbyregister waarin de contacten van politieke mandatarissen met lobbyisten geregistreerd worden. Dat advies volgt het stadsbestuur echter niet en de betreffende amendementen van Giebens worden van tafel geveegd. Dat kan het college doen zonder gezichtverlies want in een meer recent advies stelt het Bureau van Integriteit dat het ‘bij nader inzien geen voorstander is van een register dat centraal bijgehouden wordt’. Het Bureau stelt voor om de registratie van contacten met lobbyisten aan de mandatarissen zelf over te laten. Als ze dat wensen …
Joris Giebens: “Dat is heel vreemd. Het tweede deel van het advies van het bureau ging over het ontwikkelen van methodes om transparantie te verhogen. Het transparantieregister (=lobbyregister, nvdr) was daarbij als voorbeeld gegeven. Een jaar later moet ik nu vaststellen dat er geen enkele transparantiemethodiek wordt voorzien in de deontologische code. Dat tweede advies zou wel eens kunnen dateren van de dag van de gemeenteraad zelf (24 juni 2019, nvdr). Dus van nadat het college kennis genomen heeft van onze amendementen rond het transparantieregister. En dat men dan nog aan de voorzitter van het Bureau voor Integriteit, namelijk de voormalige stadssecretaris Roel Verhaert, heeft gevraagd om eens snel op papier te zetten dat het Bureau geen voorstander is van een transparantieregister. Het zou me niets verbazen” .
Is er niet alleen nood aan een lobbyregister maar ook aan een register van de contacten tussen mandatarissen en de hogere ambtenarij?