De grondwet neemt de aanwezigheid van buitenlandse troepen en materieel ernstig en eist een wettelijke basis. Hoe is het dan mogelijk dat er toch al bijna zestig jaar Amerikaanse kernbommen opgeslagen liggen op Belgische bodem, zonder democratisch toezicht?
Artikel 185 van de Belgische grondwet verbiedt in principe dat buitenlandse troepen of materieel in België zouden gestationeerd zijn. Enkel via een wet kan dat mogelijk gemaakt worden.
Terwijl regering Van Acker (BSP) in 1957 besliste om geen kernwapens toe te laten, wilde de volgende regering Eyskens (in 1959) dat net wel. Uiteindelijk lukte het de regering Lefèvre (CVP/BSP) in april 1962, toen een wet gestemd werd om de stationering van NAVO-troepen mogelijk te maken, en doordat socialist Paul-Henri Spaak een amendement blokkeerde van partijgenoot Rolin dat een verbod op kernwapens in de NAVO-stationeringswet zou toevoegen.
Ludo De Barbander (Vrede) legt uit: “Spaak heeft de parlementairen voorgelogen door te zeggen dat de regering geen nucleaire militaire installaties zou toelaten zonder de goedkeuring van het parlement. Spaak heeft op vraag van P.W. Segers (CVP) Rolin onder druk gezet om zijn amendement in te trekken. Op basis van die wet zijn er door de regering dan uitvoeringsbesluiten gekomen die de ontplooiing van kernwapens hebben gefaciliteerd.”
“De regeringen hebben van dan af ook alles wat met kernwapens te maken heeft proberen weg te houden van de bevolking.” Ook in de omliggende landen wordt het debat over de kernwapens uit de weg gegaan, wat erop wijst dat die politiek er gekomen is op instructie van NAVO. Om de weerstand tegen kernwapens af te zwakken wordt de bevolking via de media warm gemaakt voor meer bewapening.
Vrede wil het amendement van Rolin aan de wet laten toevoegen.
Link:
– Dossier kernwapens, Vrede.be
– Petitie tegen de installatie van (nieuwe) kernwapens, nonukes.be
Podcast: Play in new window | Download