Nadat hij in april de bevoegdheden van schepen Rob Van de Velde overnam is Bart De Wever naast partijvoorzitter, senator en partijwoordvoerder nu ook burgemeester, voorzitter van de gemeenteraad, havenbestuurder, schepen bevoegd voor externe relaties, marketing en communicatie, coördinatie bovenlokale fondsen, ontwikkelingssamenwerking, loketten, ruimtelijke ordening, stadsontwikkeling, groen en erfgoed van de stad Antwerpen. En verder nog onbezoldigd voorzitter of bestuurder van een rist vzw’s en instituten.
Tijdens de afgelopen gemeenteraad reageerde De Wever gepikeerd op de interpellaties van Mie Branders (PVDA) en Joris Giebens (Groen) in verband met het vastgoeddossier van het Mercatorgebouw tegenover de singel.
Toon Wassenberg: “Ik raad iedereen aan om naar de gemeenteraad te komen. Wat je gaat vaststellen is dat Bart De Wever zelf zeer op zijn ongemak is als het over zijn nieuwe bevoegdheden gaat. Hij kent daar eigenlijk niets van.”
Projectontwikkelaar Triple Living wil het Mercatorgebouw afbreken en er drie blokken voor in de plaats zetten, waaronder een toren van zestien verdieping. De bewoners stellen vragen bij de toren en de impact van het project op de mobiliteit. Ze klagen over het feit dat de de bevoegde schepen (van stadsontwikkeling Bart De Wever) niet met de bewoners over de zaak communiceert. Mie Branders (PVDA) en Joris Giebens (Groen) kaartten de zaak aan tijdens de gemeenteraad eind mei.
De schepen reageert geiriteerd. Naar Giebens toe omdat er zou afgesproken geweest zijn met de fractievoorzitters (Van Besien) om niet over de zaak te spreken , en maar Branders voor haar ‘gebrek aan kennis’. Volgens De Wever kan hij namelijk niets doen omdat het gaat over een privaat project.
Toon Wassenberg (sp.a), die het dossier opvolgt maar zelf niet aanwezig was, is niet verrast: “Als het over een privé project gaat gebeurt het vaker dat de stad zich daarachter verschuilt en zegt dat ze de stad pas berokken wordt op het moment dat er een bouwvergunning wordt ingediend. Dat gebeurde bijvoorbeeld ook bij het Tivoli project in de Markgravelei (waar een appartementcomplex en een Lidl supermarkt moesten komen). Daar hoorden de bewoners (informeel) dat er van alles bezig was maar ze werden niet officieel geïnformeerd. Dat is helemaal niet aanvaardbaar voor de buurtbewoners. Soms communiceert de projectontwikkelaar zelfs meer naar de kranten dan naar de buurtbewoners. De bewoners weten ook dat er contacten plaatsgrepen en nog altijd aan de gang zijn tussen de projectontwikkelaar en het stadsbestuur en ze eisen hetzelfde niveau van informatie.”
“Soms communiceert de projectontwikkelaar zelfs meer naar de kranten dan naar de buurtbewoners.”
Toon Wassenberg vindt de houding van de schepen/burgemeester zeer irritant. “We maken dit heel vaak mee. Een dedain van het bestuur ten aanzien van de oppositie. Mie Branders krijgt de boodschap dat ze niet weet waarover het gaat. Joris Giebens krijgt het verwijt dat hij spelletjes aan het spelen is. Het is iedere maand dezelfde zever. Ik raad iedereen aan om naar de gemeenteraad te komen. Wat je gaat vaststellen is dat Bart De Wever zelf zeer op zijn ongemak is als het over zijn nieuwe bevoegdheden gaat. Hij kent daar eigenlijk niets van. Hij verwijt Mie Branders dat ze er niets van kent maar hijzelf heeft er helemaal geen kaas van gegeten. Hij steunt volledig op zijn administratie en kabinet. Dit is een soort gecrispeerdheid die we wel kennen van onze burgemeester en die in deze thematiek te maken heeft met onzekerheid want hij krijgt vragen over de inhoud van dit soort dossiers. Tijdens de gemeenteraad zit er ook niemand naast hem om hem bij te staan. Op de commissies zit er een kabinetsmedewerker bij maar in de gemeenteraad staat hij er alleen voor en slaat hij een beetje om zich heen als hij onder druk komt. Dit is heel irritant maar Joris Giebens, Mie Branders, ikzelf en ander collega’s maken dit heel vaak mee. Het op de man spelen, de mensen verwijten dat ze niet weten waarover het gaat. Als een rookgordijn dat opgetrokken wordt. ”
“Wat het dossier zelf betreft zegt De Wever dat de stad geen rol kan spelen op dit moment omdat ze later mee moet oordelen. Maar niemand vraagt aan het stadsbestuur om vast te leggen wat het project moet worden. We verwachten van het stadsbestuur dat ze het overleg faciliteert. Daarmee valt ze niet uit haar rol van scheidsrechter.De stad moet geen uitspraken doen maar de dialoog mee organiseren. ”
“Op de commissies wordt hij bijgestaan door een kabinetsmedewerker maar tijdens de gemeenteraad staat hij er alleen voor en slaat hij een beetje om zich heen als hij onder druk komt.”
“Volgens De Wever is het nog te vroeg maar de plannen zijn toch al redelijk concreet. We weten over hoeveel appartementen, parkeerplaatsen, verdiepingen en kantooroppervlakte het gaat. Het is gemakkelijk voor de overheid om te verwijzen naar het openbaar onderzoek maar op het moment dat het zover is ligt er een concrete bouwaanvraag op tafel. Bij het Openbaar Onderzoek heb je dan dertig dagen en mag je inderdaad (zoals de schepen aangeeft) in het dossier kijken en erop reageren. Maar dat is allemaal formeel en op basis van een ingediende bouwaanvraag. Het is goed dat die procedure er is, maar dan ligt de bouwaanvraag er dus al. De ervaring leert toch dat bij dit soort dossiers met gevoeligheden van de buurt de angels er best op voorhand uitgehaald worden door een deftige dialoog te organiseren, zodat er geen bouwaanvraag komt die in conflict is met de zorgen van de mensen.”
In zijn antwoord aan Mie Branders verwijt de schepen haar dat ze nu vraagt om al met de partijen samen te zitten terwijl dat dat exact was wat ze hem in andere dossiers verweet. “Nu vraag je me om met één partij te praten en alles te doen wat die vraagt nog voor er een vergunning is ingediend. Daarmee bega je een hoop wettelijke overtredingen.”, aldus De Wever.
Toon Wassenberg: “Dit is een klassiek rethorisch truukje: eerste maak je een karikatuur van wat de anderen zeggen en dan val je de karikatuur aan. Wat hij daar beweert is niet wat er gezegd is. Als wij commentaar hebben op de contacten tussen projectontwikkelaars en het stadsbestuur dan is dat omdat we vinden dat het niet verstandig is dat politieke mandatarisen rechtstreeks overleggen met projectontwikkelaars. Daarvoor heeft de stad een dienst die er best bij betrokken wordt. We hebben dat voorgesteld (na Fornuisgate).”
“In zijn reactie stelt De Wever ook dat Mie Branders hem zou verwijten om zoete broodjes te bakken met de projectontwikkelaars maar dat ze nu ook juist vraagt dat hij zoete broodjes zou bakken met de projectontwikkelaar. Maar dat is niet wat we zeggen. We vragen dat de projectontwikkelaar een open en transparant overleg aangaat en dat er ambtenaren bij aanwezig zijn met expertise als de projectontwikkelaar gaat praten met het stadsbestuur. Er is ook niet gevraagd geweest dat het stadsbestuur blind moet ingaan op alle vragen van de omwonenden. Dat is de karikatuur die de bugemeester ervan maakt. Wij vragen gewoon dat er op een deftige manier het overleg helpt.”
“De ervaring leert toch dat bij dit soort dossiers met gevoeligheden van de buurt de angels er best op voorhand uitgehaald worden door een deftige dialoog te organiseren”
In haar repliek op het antwoord van De wever verwijst Mie Branders naar een ‘privaat’ project in Hoboken waar de stad ook niet over wilde communiceren. Bij het afleveren van de bouwaanvraag bleek echter dat er een aantal stedelijke diensten in zouden komen en was het niet meer mogelijk om iets aan het project te veranderen. “De enig constante”, stelt ze, “is dat de buurt genegeerd wordt en dat er altijd komt wat de projectontwikkelaars vragen.” Maar overdrijft ze?
Toon Wasssenberg: “Neen. Er zijn wel wat voorbeelden te noemen. Ik vraag me altijd af waar de stad naartoe wil inzake ruimtelijke planning. Welke initiatieven neemt het stadsbestuur zelf. Ik zie een reactief stadsbestuur dat afwacht met welke voorstellen de private ontwikkelaars komen. Men is bezig met en aantal teugels te vieren terwijl ze wat strakker zouden mogen aangetrokken worden. Zeker wat hoogbouw betreft.”
“Ik maak me zorgen over de uitwerking van de overkapping van de ring. De overkapping van de ring is dé gelegenheid om de buitendistricten terug in contact te brengen met de binnestad.
Ik heb de indruk dat we een Atlantic Wall gaan bouwen van hoogbouw die die verbinding onmogelijk zal maken.”
“Zo maak ik me zorgen over de uitwerking van de overkapping van de ring. Krijgen we op de Singel een Atlantic Wall met de ene hoogbouw naast de andere om de bouw van de overkapping te financieren? In de plannen die nu voorliggen zie je zones de gelegenheid geven om uit te breiden. Op zich heb ik daar geen probleem mee, er is nood aan woningen. Maar waarom moet dat altijd de hoogste optie worden? Een collega gemeenteraadslid vroeg op Twitter om een toren van 200 meter groot. Voor wie? gaan daar mensen komen naar kijken. Waarom wil je per sé dat soort spektakelarchitectuur? Je gaat toch voor de leefbaarheid van de stad? Nu wordt het terrein geeffend voor hoogbouw. Voor de projectontwikkelaar is het altijd leuk dat hij vijtien verdiepingen hoog mag bouwen in plaats van tien. Maar op het einde van de rit is er het risico dat er stukken van de stad zullen ontstaan die niet aangenaam zijn om te leven. De overkapping van de ring is dé gelegenheid om de buitendistricten terug in contact te brengen met de binnestad. Ik heb de indruk dat we een Atlantic Wall gaan bouwen van hoogbouw die die verbinding onmogelijk zal maken. Voorbeelden in Barcelona, Parijs, Berlijn tonen dat vijf/zes lagen wel nog zorgt voor redelijk aangename buurten met toch zeer dense bewoning. “
Podcast: Play in new window | Download