Op 10 november publiceerde Knack een opiniestuk (link HIER) van ingenieur op rust Ludo Corluy. Hij stelt dat de aanleg van de geplande stormvloedkering over de schelde niet kan als de Oosterweeltunnel volgens de BAM-plannen aangelegd wordt. Antwerpen is dus afhankelijk van potpolders en dijken om overstromingen te voorkomen. Die dijken zijn maar liefst 4 meter minder hoog dan in Holland.
We spraken met Wim Dauwe, hoofd van de Afdeling Zeeschelde van de NV Waterwegen en Zeekanaal; de dienst die verantwoordelijk is voor het beheer van de waterwegen die aan getijden onderhevig zijn. Nu blijkt dat in 2005 de Antwerpse stormvloedkering door de Vlaamse regering is afgevoerd.
Verder is het verschil in hoogte van de Hollandse en Belgische dijken te verklaren doordat de Hollandse dijken hoge zeegolven moeten weerstaan, terwijl het in Belgie gaat om hoogwaterstanden van rivieren.
Wordt ongetwijfeld vervolgd….
In zijn stuk herinnert Corluy ons er dus aan dat de Vlaamse overheid van plan was om een stormvloedkering te bouwen. Die stormvloedkering moest voorkomen dat Antwerpen overstroomt ingeval van een uitzonderlijk springtijd en was een onderdeel van het Sigmaplan dat Belgie opstelde na de zware overstromingen van 1976; een beetje naar analogie van het Deltaplan in Holland dat er kwam na de overstromingsramp van ’53. Een stormvloedkering is een konstruktie over een rivier(mond) die grote schotten bevat die neergelaten kunnen worden ingeval van overstromingsgevaar stroomafwaarts. Een dergelijke bouwwerk werd in de jaren ’70 en ’80 over de Oosterschelde gebouwd.
Corluy merkt op dat de Antwerpse stormvloedkering ingepland is/was aan Oosterweel, op dezelfde plaats waar de nieuwe verzonken Oosterweeltunnel moet komen. De twee bouwwerken zouden in elkanders weg staan en kunnen niet op dezelfde plaats komen, zegt Corluy.
Hij vraagt zich bijgevolg af of de stormvloedkering dood en begraven is. In dat geval is Antwerpen afhankelijk van het aanleggen van overstromingsgebieden en dijkverhogingen als bescherming tegen een exeptioneel sprintij. Daarbij wijst Corluy erop dat Vlaanderen zijn dijken 4 meter minder hoog bouwt dan Holland.
We kontakteerden de Afdeling Zeeschelde, de dienst die verantwoordelijk is voor het beheer van de waterwegen die aan getijden onderhevig zijn. Wim Dauwe, hoofd van de dienst, beschrijft de Sigmawerken. Het oorspronkelijk Sigmaplan (1977) voorzag in het verhogen van de dijken, het bouwen van een stormvloedkering aan de Oosterweel en het aanleggen van potpolders. Die potpolders zijn polders die ingeval van extreem hoog tij (springtij/ stormtij) onder water kunnen gezet worden, waardoor de vloedgolf van het water dat de schelde opstroomt enigzins gebroken wordt. En dus ook het overstromingsgevaar.
Zeven jaar geleden werd het sigmaplan geactualiseerd. Huidige en verwachte gedragingen van de rivieren worden gemodelleerd en de resultaten worden dan in een kosten-baten analyse gestopt. M.a.w, de gevolgen en het risico van een overstroming worden afgewogen tegen de investeringen die moeten gedaan worden om die overstroming te voorkomen.
In 2005 werd het herzien Sigmaplan goedgekeurd. Daarbij werd de Antwerpse stormvloedkering volledig afgevoerd.
Dauwe verwijst naar een recente studie van de Hollandse Deltacommissie waaruit zou blijken dat de zeespiegelstijging problematisch is voor de stormvloedkering aan de Oosterscheldemonding (kopie samenvatting HIER). Het hoger zeepeil zou de druk op het bouwwerk verhogen tot een te hoog niveau. Er zou sprake zijn om de kering af te breken of open te stellen.
Bij nadere lezing van het rapport blijkt dat dit punt ten vroegste tegen 2075 wordt verwacht, als het bouwwerk bijna 100jaar oud zal zijn (zie p59 van het volledig rapport, kopie HIER).
We merken op dat het afvoeren van de Antwerpse stormvloedkering gebeurde vóór het nieuw rapport van de Deltacommissie gepubliceerd werd en dus eerder uit budgettaire dan technische overwegingen was . “In Vlaanderen zijn we voor één keer de Hollanders vóór geweest betreffende waterbeheersing”, zegt Dauwe. Volgens de Vlaamse analyse is het risico dat Antwerpen, Mechelen en Lier onderlopen te klein om de kost van een stormvloedkering te verantwoorden.
De Hollandse dijken zijn voorzien op een waterpeil dat vier meter hoger is dan de Belgische dijken. Zijn de Hollanders te voorzichtig of wij te optimistisch? vragen we ons af. Dat is appels met peren vergelijken, zegt, Dauwe: de Hollandse dijken liggen aan de kust en moeten bestand zijn tegen de inslaande zee. De dijken in Belgie moeten de (aanzienlijke) tijverschillen aan de rivieren kunnen weerstaan, maar geen hoge golven.
– kunt U de heer Dauwe eens vragen waarom de Engelsen in Londen een stormvloedkering hebben gebouwd ??
– ligt Londen misschien ook aan de zee ? en zijn de golfhoogten er hoger dan te Antwerpen ?
– of zijn wij ook de Engelsen ” te slim afgeweest ” ?
– vanaf 1977 hebben de Vlaamse waterbouwkundigen dus het verkeerde pad gevolgd….. tot men dit in 2005 eindelijk ontdekte ?
– een nogal ridicule stelling van de heer Dauwe !!